We bouwen onze stad

De steden werden groter en groter en er ontstond een wirwar van huizen en straatjes. De farao woonde met zijn familie en samen met zijn bedienden in het prachtigste paleis vol goud en duur materiaal midden in de stad. Het volk bouwde hun huisjes rondom dit grote paleis.

De rijke mensen hadden huizen met veel kamers waarin mooi meubilair stond. Er waren tuinen met vijvers met speciale planten en bomen. Deze huizen werden gemaakt door arbeiders en ingericht door kunstenaars. Zij leefden in stevige, nette huizen die klein waren.

De arme mensen daarentegen woonden in kleine huisjes met rieten daken die enkel dienden om te slapen en om bescherming te zoeken tegen de hitte buiten. Alle huizen hadden kleine raampjes om het binnen lekker fris te houden...

Op deze afbeelding kan je goed twee verschillende woningen herkennen. Beiden hebben ze kleine raampjes om de warmte buiten te houden, maar wat is nu het verschil tussen de twee?

  • De linkse woning is groter en heeft een verdieping. Het is omgeven door een mooie tuin met vijver en hoge palmbomen. Er is een mooie ingang om naar het huis toe te gaan.
  • De rechtste woning is klein en stevig. Hier is niet veel luxe op te merken.

Weet jij van welke mensen deze woningen kunnen zijn? 

Wist je trouwens dat ze van het slijk van de Nijl kleistenen maakte om hun huizen te bouwen?

Heb je de leerstof van deze pagina begrepen?

Maak jouw eigen website met JouwWeb